De luidsprekers aansluiten

OPMERKING

Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de luidsprekers aansluit.

Sluit de luidsprekerkabels zodanig aan, dat er geen kerndraden uit de luidsprekeraansluitingen steken. Het beveiligingscircuit kan geactiveerd worden wanneer de kerndraden in contact komen met het achterpaneel of wanneer de + en – draden met elkaar contact maken. (Beveiligingscircuitkoppeling)

Raak de luidsprekeraansluitingen nooit aan terwijl het netsnoer is aangesloten. Dit kan een elektrische schok veroorzaken.

Gebruik luidsprekers met impedantie binnen de onderstaand weergegeven bandbreedtes en in overeenstemming met hun vereisten.

Luidsprekeraansluitingen die worden gebruikt op dit toestel

Aantal aangesloten luidsprekers

Luidspreker
Impedantie

SPEAKER
SYSTEMS A
(Standaardaansluiting)

2 (één set)

4 – 16 Ω/ohm

SPEAKER
SYSTEMS B

2 (één set)

4 – 16 Ω/ohm

SPEAKER SYSTEMS A en B

4 (twee sets)

8 – 16 Ω/ohm

SPEAKER SYSTEMS A en B
(Tweedraads aansluiting)

2 (één set)

4 – 16 Ω/ohm

De luidsprekerkabels aansluiten

Controleer de kanalen links (L) en rechts (R) en de polariteiten + (rood) en – (zwart) op de luidsprekers die op dit toestel worden aangesloten, en zorg dat u de kanalen en polariteiten correct aansluit.

Pel ongeveer 10 mm van de omhulling van het uiteinde van de luidsprekerkabel en draai de kerndraad stevig of sluit het uiteinde vast.
Conn spCable1
Draai de luidsprekeraansluiting linksom om deze los te maken.
Conne spCable2 PMA50
Stop de kerndraad van de luidsprekerkabel helemaal in de luidsprekeraansluiting.
Conne spCable3 PMA50
Draai de luidsprekeraansluiting rechtsom om deze vast te maken.
Conne_spCable4_PMA50

naar boven