Weergave

Surr.Parameter

U kunt de effecten voor het surroundgeluid naar wens instellen.

De items (parameters) die kunnen worden aangepast, hangen af van het signaal dat wordt ingevoerd en de momenteel ingestelde geluidsmodus. Voor meer informatie over de aanpasbare parameters, zie Geluidsmodi en surround-parameterskoppeling.

Sommige instelitems kunnen niet worden ingesteld terwijl de weergave is gestopt. Geef de instellingen op tijdens de weergave.

De “Surr.Parameter” instellingen worden voor iedere geluidsmodus opgeslagen.

Cinema EQ

Verzacht voorzichtig het hoogste bereik van de hoge tonen van filmsoundtracks om mogelijke ruwe klanken te verminderen en de helderheid te verbeteren.

Aan:

“Cinema EQ” wordt gebruikt.

Uit
(Standaard) :

“Cinema EQ” wordt niet gebruikt.

Dit item kan niet worden ingesteld wanneer de geluidsmodus “Direct”, “Stereo” en “Originele geluidsmodus” is.

Loudness

Hiermee stelt u in om uit te voeren zoals opgegeven in “Volumecompressie” of om direct uit te voeren zonder het dynamisch bereik van audio die op de schijf is opgenomen, te comprimeren.

Aan
(Standaard) :

Uitgangen worden opgegeven op basis van het inschakelen van instellingen die zijn opgegeven in “Volumecompressie” en de functie Dialoognormalisatie.

Uit:

De instellingen “Volumecompressie” en Dialoognormalisatie worden uitgeschakeld en de signalen op de schijf worden uitgevoerd zoals ze zijn.

“Loudness” kan worden ingesteld wanneer een Dolby Digital-, Dolby Digital Plus-, Dolby TrueHD- en Dolby Atmos-signaal wordt ingevoerd.

Volumecompressie

Compressie van dynamisch bereik (verschil tussen harde en zachte geluiden).

Automatisch:

Regeling automatische compressie van dynamisch bereik aan/uit volgens bron.

Laag / Medium / Hoog:

Hiermee stelt u het compressieniveau in.

Uit
(Standaard):

Compressie van dynamisch bereik is altijd uit.

“Volumecompressie” kan worden ingesteld wanneer een Dolby Digital-, Dolby Digital Plus-, Dolby TrueHD-, Dolby Atmos- of DTS-signaal wordt ingevoerd.

“Automatisch” kan niet worden ingesteld wanneer u een DTS-signaal invoert.

Dialoogbediening

Regel het volume van de dialoog in films, stemmen in muziek enz. zodat deze gemakkelijker hoorbaar zijn.

0 – 6 (Standaard: 0)

Dit kan worden ingesteld wanneer een DTS:X-signaal dat compatibel is met de Dialoogbediening-functie wordt ingevoerd.

Lage Frequentie

Stel het niveau van de lagfrequentie-effecten (LFE) in.

-10 dB – 0 dB (Standaard: 0 dB)

Dit kan worden ingesteld wanneer het LFE-signaal is opgenomen in het ingangssignaal.

U kunt dit item selecteren wanneer een Dolby Digital of DTS signaal of DVD-Audio gespeeld wordt.

Voor een goede weergave van de diverse programmabronnen worden de volgende waarden aanbevolen.

Dolby Digital bronnen: 0 dB

DTS-filmbronnen: 0 dB

DTS muziek bronnen : -10 dB

Center Spreiding

Center Spreiding breidt het signaal van het middenkanaal uit naar de linker- en rechterluidsprekers voor om een breder frontaal audiobeeld te vormen voor de luisteraar. Dit is in de eerste plaats geoptimaliseerd en ontworpen voor weergave van stereo muziekinhoud.

Aan:

“Center Spreiding” gebruiken.

Uit
(Standaard) :

Gebruik “Center Spreiding” niet.

U kunt dit instellen wanneer de geluidsmodus Dolby Surround is.

Sp.Virtualisator

De Speaker Virtualizer verbetert de surround- en hoogteluidsprekerkanalen om een omsluitend virtueel surroundeffect te creëren.

Aan
(Standaard) :

Hiermee schakelt u “Sp.Virtualisator” in.

Uit:

Hiermee schakelt u “Sp.Virtualisator” uit.

U kunt dit instellen wanneer de geluidsmodus “Dolby Atmos”, “Dolby Surround” of de geluidsmodus is die een “+Dolby Surround” in de naam van de geluidsmodus heeft.

Bruikbaar wanneer u geen hoogte-, plafond- of Dolby Atmos Enabled-luidsprekers gebruikt, of wanneer u geen surroundluidsprekers gebruikt.

Er wordt geen audio uitgevoerd vanaf de achterste surroundluidspreker als “Sp.Virtualisator” is ingesteld op “Aan” wanneer “Luidspr.config.” - “Surround Back” is ingesteld op “1 luidspr.” in het menu.

DTS Neural:X

DTS Neural:X Breidt de niet-objectgebaseerde audiosignalen uit en optimaliseert ze voor uw luidsprekerconfiguratie.

Aan
(Standaard) :

“DTS Neural:X” gebruiken.

Uit:

Gebruik “DTS Neural:X” niet.

U kunt dit instellen wanneer de geluidsmodus DTS:X of DTS:X MSTR is.

Vertragingstijd

Pas de audiovertragingstijd aan ten opzichte van de video om het geluidsveldbeeld te vergroten.

0 ms – 300 ms (Standaard: 30 ms)

U kunt dit instellen wanneer de geluidsmodus “Matrix” is.

Effectniveau

Pas het geluidseffectniveau van de huidige gluidsmodus aan.

1 – 15 (Standaard: 10)

Dit item kan worden ingesteld wanneer de geluidsmodus “Rock Arena”, “Jazz Club”, “Mono Movie” en “Video Game” is.

Kies een lagere waarde wanneer de positionering en de fase van het surroundgeluid onnatuurlijk overkomt.

Kamerafmetingen

Bepaal de grootte van de akoestische omgeving.

Klein:

Akoestiek van een kleine kamer simuleren.

Medium-klein:

Akoestiek van een middelgrote tot kleine kamer simuleren.

Medium
(Standaard):

Akoestiek van een middelgrote kamer simuleren.

Medium-groot:

Akoestiek van een middelgrote tot grote kamer simuleren.

Groot:

Akoestiek van een grote kamer simuleren.

Dit item kan worden ingesteld wanneer de geluidsmodus “Rock Arena”, “Jazz Club”, “Mono Movie” en “Video Game” is.

“Kamerafmetingen” duidt niet op de grootte van de kamer waarin de bronnen worden weergegeven.

Subwoofer

Schakel subwooferuitgang in en uit.

Aan
(Standaard) :

De subwoofer wordt gebruikt.

Uit:

De subwoofer wordt niet gebruikt.

U kunt dit instellen wanneer de geluidsmodus “Direct” of “Stereo” is en in het menu “Subwoofermodus” is ingesteld op “LFE+Main”. koppeling

Stand.inst.

De instellingen voor “Surr.Parameter” keren terug naar de standaardinstellingen.

naar boven